Wat is het Brachycefaal Obstructief Syndroom, kortweg BOS?
Kortsnuitige hondenrassen hebben een erfelijke aanleg voor afwijkingen aan de bovenste luchtwegen. Deze afwijkingen worden gemakshalve gegroepeerd onder de noemer brachycefaal obstructief syndroom of kortweg BOS. Het syndroom omvat de volgende afwijkingen:
- vernauwing van de neusopeningen
- een te lang zacht gehemelte
- vergrote amandelen (tonsillen)
- het naar buiten klappen van de laryngeale luchtzakjes
- het inklappen van het strottenhoofd (larynxcollaps)
- te smalle luchtpijp (trachea hypoplasie)
Rassen
waarbij deze afwijkingen in hoog percentage voorkomen zijn: Engelse
en Franse Bulldog, Mopshond, Pekinees, Shar Pei, Shiz Tzu, boxer, Chow Chow en Boston terriër.
Vernauwing van de neusopening, een
verlengd zacht gehemelte en een eventueel te smalle luchtpijp zijn de
eerste anatomische componenten van het syndroom.
Vergrote
amandelen, het naar buiten klappen van de laryngeale luchtzakken en
het inklappen van het strottenhoofd treden later op.
Het gaat
dus om een progressieve aandoening die reeds op een leeftijd van 2 –
4 jaar zijn eindstadium van dodelijke larynxcollaps kan bereiken.
Vroegtijdige diagnostiek en behandeling is daarom ten zeerste
aangewezen.