Pups: 2, 4, 6, 8 weken leeftijd. Daarna maandelijks tot ze 6 maanden oud zijn.
Voor volwassen honden, drachtige of zogende teven, honden die naar show, kennel of sportwedstrijd gaan of werkhonden gelden andere adviezen.
Kittens: 3, 5, 7 weken leeftijd. Daarna maandelijks tot ze 6 maanden oud zijn.
Voor volwassen binnen of buiten katten, drachtige of zogende poezen, showkatten, katten in een cattery of pension gelden andere adviezen.
Oudere pups, kittens en volwassen dieren worden besmet met spoel- en andere wormen door het eten van microscopisch kleine wormlarven uit de omgeving. De larven worden in de darm volwassen en leggen eitjes. Via de ontlasting worden deze eitjes weer uitgescheiden en die besmetten weer de omgeving.
Spoelworm (Toxocara); de meest voorkomende worm bij honden en katten. Besmetting van volwassen huisdieren vindt plaats door opname van eitjes uit de omgeving, of door opname van besmette tussengastdieren (bv. Knaagdieren). Een volwassen spoelworm leeft in de darm. De kans dat u een spoelworm ziet, is klein. Bij ernstige infecties kan een hond of kat soms spoelwormen uitbraken: het zijn witte wormpjes (bijna een soort "elastiekjes") van 4 tot 12 cm lengte.
Ook bij de mens kunnen opgenomen honden- of kattenspoelwormlarven een trektocht door het lichaam maken. Deze wormen komen bij mensen echter nooit in de darmen en worden niet volwassen. Bij kinderen kunnen de spoelwormen wel in de hersens of ogen terecht komen.
Lintworm (Dipylidium); lintwormen zijn platte, witte wormen die bestaan uit een kop en daarachter allemaal kleine segmenten, deze segmenten zijn gevuld met eitjes. De kop van de lintworm zet zich vast aan de darm met zuignappen. Dit geeft bijna geen schade aan de darm. Zodra er een segment rijp is, laat deze los en verlaat het lichaam. Deze zijn soms zichtbaar in de haren rond de anus en lijken dan op rijstkorrels. Barst dit segment open, dan kunnen de eitjes zich verspreiden. Lintwormen kunnen meters lang worden.
Uw huisdier ondervindt zelf weinig last van lintwormen. Ze kunnen soms sleetje rijden of jeuk rondom de anus hebben.
Honden en katten krijgen meestal een infectie door het inslikken van een besmette vlo, maar de infectie kan ook opgelopen worden door het eten van besmette tussengastheren zoals een muis, rat, konijn, haas of onverhit vlees.
Vossenlintworm (Echinococcus); de naam zegt het al, de vos is de tussengastheer van deze lintworm. Deze scheidt de eitjes uit en kleine knaagdieren nemen deze eitjes vervolgens op. Als een vos deze knaagdieren vervolgens weer opeet, wordt hij weer besmet. Uw huisdier kan weer besmet worden door in contact te komen met ontlasting van de vos of door het eten van besmette knaagdieren.
Zelf heeft de hond of kat geen last van deze worm, en scheiden alleen de eitjes uit. Voor mensen is de vossenlintworm echter zeer gevaarlijk!
Door het eten van zelf geplukte paddenstoelen of bosvruchten, maar ook via de ontlasting van een besmette hond of kat kunnen de eitjes in ons lichaam terecht komen. Deze eitjes ontwikkelen zich tot blaaswormen. Deze blaaswormen reizen door ons lichaam en kunnen ziektes veroorzaken aan de lever, longen, botten en hersenen. Soms kan dit jaren duren voordat er ziekteverschijnselen zijn. Mensen onderling kunnen elkaar niet besmetten.
Zweepworm (Trichuris); zweepwormen komen voornamelijk voor bij jonge honden die in kennels zitten waar slecht schoongemaakt wordt. De eitjes worden besmettelijk in een vochtige en warme omgeven en kunnen daar jaren overleven.
Zodra ze worden ingeslikt, ontwikkelen ze zich in de darm tot een volwassen worm die in de blinde darm leeft. Zweepwormen beschadigen de darmwand, veroorzaken bloederige diarree en bloedarmoede.
Haakworm (Uncinaria); haakwormen zien we eigenlijk meer bij dieren in asiels, kennels en bij zwerfdieren. Maar ook bij "gewone" huishonden en katten. Honden kunnen zich besmetten met de Belgische en Nederlandse haakworm (Uncunaria stenocephala) door het oplikken van besmette grond. Besmetting via de huid lukt minder goed, maar kan wel. De larven dringen zich door de huid en zorgen voor jeuk, maar daarna sterven de larven af en ze bereiken nooit de darmen.
Haakworminfecties zijn vaak mild, maar kunnen ook ernstige darmontsteking veroorzaken.
De Zuid-Europese haakwormen van de hond (Ancylostoma caninum) zijn agressiever, dringen via de huid binnen. Dat zorgt voor jeuk aan de poten, veroorzaken een donkere slijmerige ontlasting en bloedarmoede.
We zien haakworm infecties bij de kat (ancylostoma tubaeforme) eigenlijk alleen bij zwerfdieren. In de meeste gevallen leidt dit tot chronische problemen, maar soms verslechtert een kat in korte tijd en komt het dier aan de infectie te overlijden.
Hartworm (Dirofilaria); deze worm komt niet voor in Nederland, maar in Zuid en Oost Europa. Deze worm wordt door muggen overgebracht. In het lichaam kan deze worm uitgroeien tot wel 20 cm die in de long- en hartslagaders blijven zitten. Als dit stadium bereikt is, is behandeling zeer moeilijk. Het ineens bestrijden van de hartworm kan er voor zorgen dat er verstoppingen veroorzaakt worden van de bloedvaten, met als gevolg dat uw huisdier overlijdt.
Symptomen zijn:
Deze treden pas maanden na de infectie op.
Als u met uw huisdier naar een risicogebied gaat is het verstandig om uw huisdier goed te beschermen!
Franse hartworm (Angiostrongylus); de naam doet anders denken, maar de Franse hartworm komt ook voor in Nederland. De larven van deze worm leven op kikkers en slakken. Uw huisdier wordt besmet door iets op te eten waar een slak of kikker op gepoept heeft. Via de darmwand gaan de larven de bloedbaan in en ontwikkelen zich tot volwassen wormen. Zo komen ze in de rechter harthelft en in de longslagader terecht. Daar leggen ze eieren die in de longen vastlopen en daar uitkomen tot larven. Het dier hoest deze larven op, slikt ze in en komen via de ontlasting in de omgeving terecht.
Symptomen kunnen pas maanden na de besmetting zichtbaar worden. Uw hond of kat heeft een slechte conditie, groeit slecht, kan hoesten of benauwd zijn of vocht vasthouden.
Pinworm (Passalurus Ambiguus); deze worm komt alleen voor bij konijnen. Besmetting kan komen door de voedster die de besmetting al draagt of door het eten van voedsel waar een pinwormei op zit. Deze worm leeft in de blinde darm en is niet te zien. Dit komt omdat de wormen in de ‘nachtkeutels’ van het konijn zit en het konijn deze weer opeet.
Deze worm kan door irritatie de darmmotiliteit beïnvloeden. Omdat de darmen niet meer goed samentrekken komt het maagdarmkanaal stil te liggen, er hoopt zich dan gas op en door de buikpijn zal het konijn slecht gaan eten en minder, geen of afwijkende keutels produceren.