Wordt er geen of te weinig insuline aangemaakt, dan blijft er teveel suiker in het bloed zitten en krijgen de lichaamscellen te weinig suiker.
Wordt er geen of te weinig insuline aangemaakt, dan blijft er teveel suiker in het bloed zitten en krijgen de lichaamscellen te weinig suiker.
Door middel van urineonderzoek en bloedonderzoek wordt de diagnose suikerziekte gesteld. De behandeling bestaat uit het tweemaal daags toedienen van een injectie met insuline.
Insuline zorgt ervoor dat suiker weer uit het bloed, en in de lichaamscellen getransporteerd kan worden. Om te weten hoeveel insuline er toegediend moet worden is een levenslange, regelmatige controle van de hoeveelheid suiker in het bloed noodzakelijk. Dit is, zeker in het begin, erg belangrijk om uw huisdier goed ingesteld te krijgen én goed ingesteld te houden.
Hypoglycemie (kortweg: hypo)
Wanneer er te weinig gegeten word, er eten uitgebraakt wordt of er
(relatief) teveel insuline gegeven wordt, kan het bloedglucosepeil in
het bloed te laag worden. Het lichaam maakt hierdoor stesshormonen
aan. Uw huisdier zal wat zenuwachtiger of onrustiger worden, op zoek
gaan naar eten, maar sommige dieren worden juist slomer of vallen om.
Uiteindelijk kan uw dier in een coma raken en overlijden! Wanneer
deze symptomen gezien worden moet er dus altijd contact opgenomen
worden met de dierenarts.
Somogyi
Dit
kan ontstaan als de
bloedsuikerspiegel een paar keer te hoog is bij een
meting. De dosering insuline
wordt dan verhoogd met als gevolg dat de glucosespiegel harder daalt.
Als de glucosespiegel te laag wordt, gaat het lichaam dit compenseren
door zelf suiker aan te
maken. Hierdoor schiet de
glucose juist weer extra hard omhoog. Bij de volgende meting is de
glucose dan wellicht nog weer hoger en gaat men nog weer hoger
insuline doseren. Het grote gevaar van dit steeds groter wordende
jojo-effect is de uiteindelijke levensbedreigende hypoglycemie.
Ketoacidose
Wanneer een dier langere tijd te weinig of geen insuline heeft gekregen gaat het lichaam vet in plaats van suiker afbreken om toch energie te kunnen vrijmaken. In de lever worden, door de afbraakproducten van het vet, ketonen gevormd. Deze ketonen hopen zich op in het bloed, waardoor het bloed steeds zuurder wordt. Uw huisdier zal misselijk zijn, niet willen eten, veel willen slapen en zal naar aceton (nagellakremover) ruiken. Onbehandeld zal uw dier hieraan overlijden.