Grasaren zijn niets anders dan de zaden van wild gras. Eerst zijn grasaren groen maar zodra ze uitdrogen krijgen ze de bekende gele kleur en vallen ze uit elkaar in losse zaden. Deze zaden blijven achter op de grond of in het hoge gras. De zaden bevatten kleine weerhaakjes, waardoor ze makkelijk in de vacht of huid van uw huisdier blijven zitten. In het gunstigste geval blijft de aar gewoon op de vacht hangen, maar ze kunnen ook diep in de huid dringen.
We zien grasaren in:
Om te voorkomen dat uw huisdier in contact komt met grasaren is het verstandig om uw hond of kat niet door het hoge gras te laten lopen. Dat is natuurlijk niet altijd mogelijk. Daarom is het belangrijk om in de zomermaanden na iedere wandeling uw hond te controleren op grasaren (en teken). Het helpt als uw hond of kat een korte vacht heeft. Zo merkt u de grasaren makkelijker op.